(c) Jan Rath, 2012 -- Lopen zonder botsen in Eminönü, Istanbul
Mensen hebben de neiging om zich in een menigte te gedragen als ‘atomen in een gaswolk’, zo lezen we in de NRC van 18 december 2018. Voetgangers zouden daarbij graag minimaal 75 centimeter afstand houden. Kennelijk maakt het weinig uit of we te doen hebben met boomlange Nederlanders of kleine Vietnamezen: 75 centimeter is de wiskundige regel. Bij zulke berichten vraag ik me in gemoede af of de natuurkundigen die dit beweren, ooit buiten op straat hebben gelopen. Zij geven hier blijk van een technocratische manier van kijken, alsof mensen geen maniertjes of eigen willetjes hebben en zich in een sociaal en cultureel vacuüm bewegen. De stadssociologie reikt drie argumenten aan voor een meer genuanceerde manier van kijken.
Om te beginnen is de publieke ruimte bij uitstek een sociale ruimte. Zoals de Amerikaanse stadssociologe Lyn Lofland ons in de jaren zeventig al leerde is de publieke ruimte—ondanks de anonimiteit ervan—een plek van zenden en ontvangen, van observeren en reageren. Wie op straat loopt houdt nauwgezet, maar niet te opvallend, in de gaten wat er in de directe omgeving gebeurt. Het blijkt dan dat voetgangers aan elkaar subtiele signalen afgeven over de te volgen routes. Aldus ontstaat er ‘ruimte’ voor snelle bijsturing van de route, mocht dat nodig zijn om botsingen te voorkomen.
Het gaat met andere woorden om een puur interactief proces waarbij individuen voortdurend in contact staan met anderen en op elkaar reageren. Dit sociale verschijnsel laat zich slecht vergelijken met de blinde en ‘anti-sociale’ bewegingen van zielloze atomen in een gaswolk. Een vereiste is wel dat mensen zich als sociale wezens opstellen en ontvankelijk zijn voor de signalen van de ander, maar de manier waarop die uitwisseling plaatsvindt kan verschillen van cultuur tot cultuur. Ik kom vaak in Istanbul en het valt mij op dat ik daar op straat vaker tegen anderen bots dan in Nederland. Dat is niet per se omdat het daar drukker is, maar omdat er andere ongeschreven regels gelden voor het gedrag in publieke ruimten. Er spelen al met al dus niet alleen sociale, maar ook culturele aspecten een rol. Dat geldt evenzeer voor de afstand die mensen bij voorkeur tot anderen aanhouden. In de ene cultuur loopt men makkelijk schouder aan schouder, in de andere verkiest men grotere fysieke afstand.
Ten slotte moeten we rekening houden met wat mensen in de publieke ruimte doen. Een verliefd stelletje heeft andere zaken aan het hoofd dan een gehaaste forens en beweegt zich derhalve anders. Maar met name de verspreiding van smartphones blijkt gepaard te gaan met enorme verstoringen in de reguliere manier van gedragen. Veel smartphone gebruikers zien alleen nog maar hun beeldschermpje en in hun bubbel onttrekken zij zich aan de mores die in de publieke ruimte geldt. Dat moet natuurlijk misgaan. En inderdaad, zij gaan hotsend en botsend van A naar B en wijken daarmee fundamenteel af van de norm van 75 centimeter die het wereldvreemde wiskundige model voorschrijft.
19 december 2018
Hier klikken voor meer photoblogs
UNIVERSITY OF AMSTERDAM, DEPARTMENT OF SOCIOLOGY
NIEUWE ACHTERGRACHT 166, OFFICE B6.00
PO BOX 15508, NL-1001 NA AMSTERDAM, THE NETHERLANDS
VOICE +31-6-5540-9466 | +31-20-525-3488 (SECR SOC)
E-MAIL RATH@UVA.NL
© JAN RATH 2022. SOME RIGHTS RESERVED.