Column
Mooie muziek
door
Jan Rath
Gers!, 40, p. 55, 2025
Alle steden hebben een specifieke geschiedenis, bevolkingssamenstelling, economie, bebouwing, en noem maar op. Wie een flits van de hefbrug ziet—meer is niet nodig—, of het beeld van Zadkine, of de Kuip weet genoeg: dit is Rotterdam. Maar steden hebben natuurlijk meer kenmerkende eigenschappen, zoals geuren of geluiden.
De Rotterdamse dichter Jan Prins sloeg de spijker op zijn kop toen hij in 1937 tijdens een maaltijd met letterkundigen in Kralingen zichzelf beschreef: ‘Te Rotterdam ben ik geboren onder den adem van de Maas, en liep daar met mijne eigen stilte, te midden van het straatgeraas’. Vervolgens bezong hij zwaarbespannen sleperswagens en ronkend gebonk van vrachtboten. Geluiden doen ertoe...
Klik hier voor de rest van deze column.

